De e-bike haalt met gemak een snelheid van 20 tot 25 kilometer per uur. Dat kan natuurlijk een voordeel zijn, maar veel gebruikers moeten er wel aan wennen dat ze harder gaan dan op een gewone fiets. Dit zorgt er helaas voor dat het aantal gevallen van letselschade tijdens het gebruik van de e-bikes de afgelopen jaren fors is gestegen. Wij van Smart Letselschade vertellen je graag wat je kunt doen als je letselschade hebt opgelopen met je e-bike. En welke regelgeving is er eigenlijk van toepassing als je op een e-bike rijdt? Wil je hier meer over weten, lees dan gauw verder.
Verkeersregels voor een e-bike
Zoals we je in de inleiding al vertelden, kunnen e-bikes eenvoudig een snelheid van 20 tot 25 kilometer per uur halen. E-bikes zijn begrensd tot 25 kilometer per uur. Harder fietsen op een elektrische fiets kan wel, maar dat is dan zonder de trapondersteuning en zul je dus op eigen kracht moeten doen. Die snelheid is ook direct het verschil tussen de e-bike en de speedpedelec: een speedpedelec heeft een trapondersteuning tot 45 kilometer per uur. Wanneer we het in deze tekst hebben over een e-bike, bedoelen we dus ook specifiek de e-bike met trapondersteuning en niet de speedpedelec.
Omdat de e-bike een maximale snelheid van 25 kilometer per uur heeft, betekent dit dat de verkeersregels die voor alle fietsers gelden, ook voor de weggebruikers op een e-bike van toepassing zijn. Zo moeten ook e-bikes gewoon op het fietspad rijden, hoef je geen helm te dragen - het mag natuurlijk wel -, heb je geen rijbewijs nodig om erop te mogen rijden en hoef je ook niet apart een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering (WA-verzekering) af te sluiten. Wij raden het wel aan om evengoed een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.
Aansprakelijkheid bij een ongeval met een e-bike
Dat e-bikers gelijkgesteld zijn aan gewone fietsers, betekent ook dat ze onder de zwakkere (ongemotoriseerde) verkeersdeelnemers vallen, net zoals andere fietsers en voetgangers. Zwakkere verkeersdeelnemers worden door de wet extra beschermd. Dat wil zeggen dat de verkeersdeelnemer op de elektrische fiets altijd 50% van zijn schade kan verhalen, wanneer het om een ongeval tussen de e-bike en gemotoriseerd voertuig gaat. Op deze regel geldt een uitzondering: als de fietser op een e-bike met opzet of met aan opzet grenzende roekeloosheid handelde en dit resulteerde in een ongeval, heeft de e-biker geen recht op een schadevergoeding.
Verleen je als fietser op een e-bike geen voorrang en word je daardoor aangereden door een auto, dan is de automobilist ook voor 50% aansprakelijk voor de (letsel)schade. Dit ondanks het feit dat deze geen enkele schuld aan het ongeval heeft. We noemen dit ook wel risicoaansprakelijkheid. De automobilist betaalt in dat geval dus ook een deel van de schade, als er geen sprake is van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid. Is de elektrische fietser jonger dan veertien jaar? Dan heeft hij recht op 100% van de vergoeding van zijn schade.
Heb je als fietser op een e-bike helemaal geen schuld aan het ongeval, bijvoorbeeld omdat je juist zelf op een voorrangsweg reed, dan is de andere weggebruiker ook volledig aansprakelijk voor alle letselschade. Je kunt de letselschade dan op de tegenpartij verhalen.
Letselschade verhalen na een ongeval met een e-bike
Rijd je op een e-bike en raak je betrokken bij een ongeval met een gemotoriseerd voertuig, dan kun je de letselschade die je oploopt (deels) verhalen op de tegenpartij. Ben je zelf betrokken geraakt bij een ongeval met een e-bike en wil je jouw schade vergoed krijgen? Neem dan contact op met onze specialisten.
Naar het overzicht
